Lilian

maandag, juni 13, 2011

vis

kapot mijnheer 't kon niet samengaan
ik woelde onder lakens heel bedreven
om woorden daden en 't trage streven
de zinnen in dit inhoudsloos bestaan

kapot mijnheer we hebben niks komaan
ik droomde zure haring ik wou zweven
en heb op regel zeven vis geschreven
dat jij er was is mij geheel ontgaan

ik heb de nachten lief ja toegegeven
niet eerder zag ik het gebogen graan

't uitgerekt gewas aan winden kleven
aan welke ik mijn huid had afgestaan

elk lijf waarin ik meen te overleven
was zo een sterren kijken op de maan

Geen opmerkingen: