Lilian

COLUMNES

Voortschrijdend inzicht

Interesseert het iemand, wat wij schrijven? Wij denken van niet. Wij zien terug op toen, als twee kinderen die even na twaalven al schommelend naar de sterren reiken, omdat we daarvan de afgelopen nacht hebben gedroomd. Wij verslikken ons in onvoltooid verleden tijd, omdat er voor een juiste weergave van onze herinneringen geen zetpillen bestaan.

Wij is niet. Wij is niet meer. Wij is sluipend tot niet geworden in deze imperfecte wereld. In deze door tijd doordrenkte ik. Wij realiseren ons dat de wij traag, maar onverbiddelijk plaats heeft gemaakt voor de hoe en de wat, vooral de wat van ‘wat kan het ons nog bommen’ en de hoe van ‘hoe houden wij ons overeind’. Het is niet goed of het deugt niet is zo onderhand gemeengoed geworden. Gemeenschapszin is vooral in de ons omliggende dorpen en steden verworden tot niet. Alle verenigingen, festivals, opensource software ontwikkeling en transparantie ten spijt.

Wanneer er op de wij onafhankelijk gezien een visie moet worden losgelaten worden er experts uit het buitenland ingeschakeld, wier visies wij vervolgens onder de loep nemen, voor een deel torpederen en noemen ons geen beterweters geen interessantdoeners, die slechts de kijkcijfers naar een meer acceptabel niveau willen ophogen. Wij zullen niet ontkennen dat er tal van oorzaken aan te wijzen én te torpederen zijn, wij zullen er verder niet op in gaan. Wij schipperen niet. Opereren niet. Wij identificeren en profileren ons niet, noch afficheren wij, organiseren de eigen inquisitie.

Wij varen geen onduidelijke koers wat betreft onze - so called - nationale, publieke zaak. Wij gaan niet analytisch te werk noch riskeren wij en zijn wij provocatief. Wij duiken niet in allerhande multiculti en karikaturale politieke en niet-politieke vraagstukken. Hebben het over wel dan niet integreren, over bovenklasse klasse en onderklasse, sekse en intensiteit. Problematiseren religie of begraven ons in de wirwar die de vraagstukken zelf geworden zijn. Wij zijn niet blind, leiden de lamme.

De wij waarover wij het hebben doet denken aan vroeger jaren. Aan jaren, waarvoor onze grootvaderen geleefd en gewerkt hebben - gestorven zijn. Wij is misschien wel het laatst aan ons verschenen, toen Joden, misvormden, soldaten en burgers het leven lieten in oorlog een en twee. Wij was er nog toen er met vereende krachten iets van vrede gerealiseerd werd,van opbouw in de jaren vijftig, zestig. Muur of geen muur.

Deze wij is lui. Wij buigen zonder te barsten en blikken terug. Terug naar een wij die vergankelijk is. Wij zijn wij. Wij zijn wat wij geworden zijn, voordat wij waren, nadat wij werden. Wij bieden geen oplossingen noch hebben wij een studie gemaakt van Spanjaarden en Calvinisten. Wij zijn niet van deze tijd noch van elk een andere tijd. Wij zijn het cement van dit thuisland, het zand dat door de vingers glipt.