Lilian

maandag, december 06, 2010



Will you marry me?

xx love xxxx------------xxxx love xx
love you xxxxx---------xxxxxx love you
i love love xxxxx------xxxxx love my love
i love you you xxxx---xxxxxx you my love
you love love i love xxxxxxxxxxxx my love
you i do love you xxxxx love you love love
you i love you xxxxxxxxxxx you i love you
you do you you xxxxxx love you love you
you love i love you xxx do love you you
love love love xxxxxxxxxx i love you
love love you xxxxx love love love
my love xxxxxxxxxx i love you
i love you xxxx do my love
my lovexxxxx love you
i do love xxxx love
i do xx love
you
x

Wil je met mij trouwen?

xx lief xxxx------------xxxxx lief xx
jou lief xxxxxx---------xxxxxx mijn lief
ik heb lief xxxxxx------xxxxx lief mijn lief
ik heb jou lief xxxxx---xxxxxx jou mijn lief
mijn lief ik heb je lief xxxxxxxxxx mijn lief
ik heb jou lief ik xxxxxx heb je lief mijn lief
ik heb lief ik heb xxxxxxxx jou lief mijn lief
ik heb je lief xxxxxxxxxxxxx ik heb je lief
mijn lief ik heb lief xxxxxxx jou mijn lief
ik heb je lief xxxxxxxxxx ik heb je lief
ik heb jou lief xxxxxxx jou mijn lief
mijn lief xxxxxxxxxx ik heb lief
ik heb je lief xxxx mijn lief
mijn lief xxxxx jou lief
ik heb xxxxx lief
ik x heb je
lief
x

dinsdag, november 16, 2010

Gladiolen in Geleen

De zomer gunde het kale land
bakken regen één gladiool
en quasi-bewonderende blikken
van het familiebezoek
honderdtwintig bollen op de kop geplant
en wij keken toe

moeder met haar lief gezicht
deed haar best te prijzen te slikken
tilde de mattenklopper van de spijker
en hield de sprekende ogen straf
wij doken gedrieën achter het kolenhok
zaten er ons het roetzwart te lachen

diezelfde avond trommelden we
op het hekwerk keken naar de pauken,
de bekkens de kleppers het naslagwerk
op het plein van de kleuterschool
waar de harmonie zichzelf herhaalde
op het trefbalveld

in de wei achter het huis speurden we
naar klavervier hingen in prikkeldraad
plukten boterbloemen klaprozen
hét veldboeket voor papa
dachten aan die éne gladiool
en nooit hielden we meer



donderdag, oktober 14, 2010

Om dit alles

ben ik niet van gisteren, ben ik mijn tijd ver vooruit
al woon ik in Limburg, ik ben geen Limburger
al woon ik in Nederland, ik ben geen Nederlander
ik woon in bossen. ik ben een naarling
een jaarring, een ouderling en een jongeling.

ik leef al vijfhonderd jaar alleen.

In conclaaf met de dood

Aan alle water komt een einde
nu in uw oog de zon op gaat
ooit kwam het noorderlicht van heinde
verre stond een kind paraat

het bracht u stenen op teneinde
een muur te bouwen in een straat
die rond uw hart de dichtstbijzijnde
bloedbaan van haar klop ontslaat


..........er is geen sprake van een tij
...............dat anders dan de vloed beveelt
....................het afgaand water zij aan zij
.........................weet wanneer het zwijgen breekt


geen kind vermag het om te spelen
met poppen en een handgranaat
of moest het om een brood te stelen

de kogel krijgen voor verraad
aan haren trekken om het helen
zoals ook u het water laat


II


Wat we niet willen zien, zien we
ook morgen niet al blijft het licht
met vlagen voor wat stiller te
dragen is of is gezwicht

het geeft niet dat u weende, ge
als zaden waaide in het zicht
van god en grond of wat aan de
knieën werd heringericht


..........u kleeft aan mij als wilt u mij
..............iets zeggen zonder dat u spreekt
....................er schuilt een schim van zee in wij
.........................ik verga als u verbleekt


ik zie bij u eenzelfde kwelling
gezien het oog dat niet meer ziet
soms is het zout de laatste redding

in dit gedicht ontbreekt het niet
aan lege jaren, aan een bedding
misschien wel opgedroogd verdriet


[Born 2000]

zaterdag, oktober 09, 2010

Nacht van het wad

De doorwaadbare plaatsen
grenzen van verraderlijke gronden
van de oostzijde tot de westzijde
het beste deel van land in water

Open velden delen de breedte
water reikend tot aan heupen
wandelt hij uren langs de oever
en waden zijn gedachten stil

In het nabij gelegen dorp
pierewaaien de zedelozen
blussen zij de ongewone uren
bij kaarslicht in nacht en ontij

In die tijden dat het donker is
zijn nageslacht vergadert
verruilt hij stemmen van de stad
voor het land in stroom van water

--

Totem pro parte

Synecdoche hoe je hyperbolen
catastrofaal verzanden in
honderd half geschreven parabolen.

Roemloos zijn je metaforen.
IJverig meisje mijn. IJverig zijn.
Verfoei even de anaforen
en vooralsnog de antimetabool.

Relax en rust, rust en relax.
Schrijf eens frivool over een fröbelschool.
Verlang ik geen pars pro toto,
antifrase of de occupatio.

Kalm maar nu, piano, adagio.
Spoonerism zou je kunnen proberen
chiasme & de correctio.

Hysteron proteron is te leren.
Ofschoon het writers-block verrast,
ook professionele poëzie
leren wij jou beginselvast.

Regenlagen

Ze is van wolk gemaakt en heeft de tijd
verbaasd te drijven op bedaarde stromen.
Ze rust op blanke blaadjes onder bomen,
de herfst in vlagen om een heup gespreid.

In waterdruppels ligt haar waardigheid.
Een zeemeermin beweegt in zilte dromen
en heeft in regenlagen waargenomen,
contouren van een schaap en majesteit.

Na weken, jaren, eenentwintig eeuwen
en ijskristallen in haar koude hand,
gedreven over zee en kiezelstrand,

besluit ze huiverend: het zal gaan sneeuwen.
Uit ijle ogen vliegen zilvermeeuwen
wanneer ze aankomt in het achterland.

zaterdag, juli 24, 2010

Zei de liefde

ik zong zijn lied toen hij van bergen liep
en danste voor de kale vijgenbomen
ik loop op stelten, twee turfjes hoog

hij, die gegaan is, liet zijn leegheid achter
in versleten schoenen, een of twee
in chloor gewassen gele sokken

wat weggelegd is voor een sterveling
went, zoals ik gewend ben aan ‘t stof
dat de schoorsteenmantel dient

verlaten blijkt het kleine huis niet meer
dan ‘n zweem van opgehoogd verlangen
op tafel 'n kaars die 't doven niet begreep

wankel op de streep dwaal ik in de kamers
waar voetstappen van wezens uit een andere tijd
de herkenning dragen van ‘t niet de enige zijn

donderdag, juli 01, 2010

weet ik het even niet meer

dat ik gebleven ben
in deze trage kamer, in dit licht
dat ik zo lang al had
- kunnen hebben

laten we elkaar de zegen, zei ik
voor we sterven onder de minirozenstruik

elkaar gedag kussen, dan hou ik vast
aan de huisjesslak en sleep mij

iedereen heeft altijd een beetje gelijk
maar weer leg ik mijn kruis
met een naakt gaan op dit kussen
pluk wat onzin van de lakens

straks, als zout aan beide wangen droogt
verstrooid als altijd en jij
je weer geneert, dan

zaterdag, juni 12, 2010

Wiegelied

Dit dan is wat wij lieten, buiten
het groen, in een verder suffig bed
het jaar waarin de struiken beefden
de vogels op het koude gras bevielen
wij in wezen gelukkig leken

we hielden vast aan de lente
die welwillend komen zou, de nachten
in de dagen kleurden van de bleek
we dronken wat, sliepen wat en groeiden
de bomen stonden stil bij maart

vrijdag, mei 28, 2010



Ik heb van u gedroomd vandaag
terwijl ik aan uw voeten lag
maar nu de nacht is aangebroken
ligt er aan de weke plek
een schaamteloos verlangen
naar zomaar woorden in mijn bed
woorden, die mij
in mij alleen gelaten
tussen u en nooit meer later
laten lachen om verandering

Forse vraagtekens tooien kaft

De leugen regeert.
Stel voor om dit soort uitdijende gedachtenblurb te verlaten,
het op te slaan in het systeem van FriedOmlep.
De stem van het volk heeft óók een platform,
dat moet iemand die de waag van oudewater zó goed kent toch zeker
beseffen, heksenlijk of niet.

Nadat het objectief meetbaar (gewicht) werd vastgesteld
is ze trouwens om zeep gebracht.

Maar dan die garnaal -
ofhoeheetdieuitmicrosoftgegooidesukkelookmaarweer?
Dat is een slagvaardige vis die casuïstisch best

een - opmerkelijk maar eigenlijk duf - deukje in een pakje boter slaat.
Hij heeft een second life.
De massa wordt alleen maar dommer
uitgeleverd aan brand en bier.

Zeg stra-x- niet dat ik het niet voorspeld heb.

Het gaat allemaal over brood en spelen - over het plebs -
De oprukkende doos turft prozac in een bouwval,
maar de economie groeit weer en (zeggen we nu)
Nederland is niet alleen maar een aftrekpost.

De groei zit hem op en onder het soap-niveau
van een bold en een beautiful.
"Daaaaaaaaaaaaaaaaag kenniseconomie".
Een kreet die ik momfert-de-mol nog zó hoor roepen en
ús bea (=frysk) - een juffrouw ooievaar - is hiervan de schutspatroon.

Het is goed
dat De Heer ons behoedt voor de "kracht" van het referendom.

Dus een welgemeend vaarwel HOL-land.
Donder op, gij steenkolen en geiten.
Hautaine schapen:
lust je niet.
Spaar je niet.

dinsdag, mei 11, 2010

Phoenix

Het toch al kleinzerig land neigt bruin
van de modder naar de homp op het veld.

Het schrille wit ligt ver uit het zicht
verderop, rottend op de vuilnisbelt.

Met een blik op de brakke zomp, de zoom
van de Maas en de lichtgewicht suikerbiet.

Aan de ene kant dit, aan de andere kant jij.

Geen sinecure dit vervreemdend stapsgewijs
uitzien naar alles is geweest en bijna voorbij.

zondag, januari 03, 2010

Sluimertijd

Hoe zacht ze lacht met één vinger in de lucht
een gebutste appel pakt, de grond betast,
een bevende steen, eet in vogelvlucht
haar werkelijkheid niet groter dan het licht
dat binnenvalt in een witwasbiecht.

Verdwenen is het kind dat traag de boeken sloot
in een wirwar van seizoenen, de letterfee die
in haar halfslaap wankel op de schreden
veerde, keerde, een veldslag voor mij verzon
die ik met roffelende stem zou winnen.