Lilian

donderdag, januari 29, 2009

Voorbij de landerijen, de nevels en het gesticht

I

ik ben niet méér dan het vergaan
van een halve eeuw aan mens
en wat ben jij mijn liefste

wat ben jij
behalve die vreemde mens
die niet méér is
dan wat witte botten voor het kraaien

een schild
niet meer dan een hollander
op bordpapier

een stem aan gort


II

zo mijn moeder mij baarde
begeerde
hou jij mij vast
voorbij de landerijen de nevel en het gesticht

ik heb je niet meer beloofd
dan je hebt ontvangen

hier in dit huis
heb ik enkels vastgebonden
broze handen gestoken in druipende zijde
ver van de stad
waarin ik een bakfiets en wat kranten had

ik verzorgde bloemen
alsof zij moesten herstellen van een zomergriep


III

wat we eerst zagen of roken
verdraagt ons niet meer

de dingen legen, álle dingen
zij vervuilen niets, versmaden niets

zij vervelen zichzelf

zo sterven wij
een eigen omstandigheid

Geen opmerkingen: