zaterdag, november 14, 2009
Feitelijk
ben ik een vrouw van vlees en bloed en groet
de oude mannen en de oude vrouwen
die bij de graven oude handen vouwen
als zeggen zij ik wil niet, maar ik moet.
Ik zet de linker- voor de rechtervoet
langszij de, als uit eb en vloed gehouwen
afzichtelijke oude kerkgebouwen
en sleep mij uit het groot gedachtegoed.
Zo jong nog, zo verliefd en dan dit zwijgen.
Het past bij bitter, bar of braaf verdriet.
Ik laat de mensen achter handen hijgen
en bomen planten als vergeet mij niet
verlaat op dooie akker bange twijgen
en slijt als jij een Tripel Karmeliet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten