Lilian

woensdag, augustus 10, 2016

WAK 2016


De stad start haar trage striptease. De zon kruipt gretig
door de straten. Deuren worden uitvergroot, zwaaien open
en mensen vliegen uit als duiven. Denk ik aan die vreemde vogel
die in de trein zijn gitaar bespeelde. Zijn lach bleef steken

in het zweet. Hij staat vast op het program. Wie goed luistert
hoort de bierflesjes op de snaren ketsen, waaraan ik blijf hangen
als een vishaakje. Wij moeten wel lonen als hij zijn nest uitkomt.
Niemand luibakt in deze stad, niet vandaag. Het heden draaft

In de wind. Dat meisje in haar roze tutu, op haar spitzen, danst
doelbewust en licht. Zij laat heel Nederland in de minderheid. 
Zie, dat kind. Zij haalt de kleuren uit het licht en legt ze op haar buik
te drogen, kijkt, alsof ze betekenis verstaat. Ze laat het hart sneller 

kloppen, haperen in onwetendheid. Geen wonder dat het kleeft 
als geruisloos gras. En daar, op de planken, staat een oude man. 
De massa slijpt geheugen, onzeker en veeleisend, wachtend 
op transformatie. Anderen naderen, slaan hem op de schouders

spelden hem medailles op. Zwijgend maakt hij zich los, verdwijnt
in het beeld van Zefke in de Begijnenhof. De vrouw naast me grijpt
me bij de arm en zegt: zo ga ik vandaag, van straat naar steeg, 
geestdriftig door de stad. Deze stad. Ze is prachtig en sterk.



Geen opmerkingen: